Joods Lyceum Fischerstraat 133-
Op 10 mei valt het leger van Hitler ook Nederland binnen. Het Nederlandse leger vecht hard terug maar het Duitse leger is groter en moderner. De vliegtuigen van Hitler bombarderen de stad Rotterdam. Daar kan het Nederlandse leger zich niet tegen verdedigen. Bij het bombardement vinden 800 mensen de dood. Hitler dreigt om nog meer steden te bombarderen.
Op 14 mei geeft de Nederlandse regering zich over. De aanhangers van Hitler, de nazi’s nemen nu de macht over in Nederland. Zij maken nu de regels en wetten. Ook bepalen zij wat er in het nieuws komt. Op het eerste gezicht lijkt het alsof er niet zoveel veranderd. Maar stapje voor stapje worden in Nederland net als in Duitsland wetten ingevoerd tegen de joodse bevolking.
Het begint met een brief die alle Nederlanders krijgen die in dienst zijn van de overheid. Dat zijn bijvoorbeeld leraren en politieagenten. In de brief wordt gevraagd of jij of je man of vrouw joods is. Ook of je vader en moeder of je opa en oma joods zijn. Deze brief, de Ariër-
Korte tijd later worden alle joodse mensen in dienst van de overheid ontslagen. Joodse leraren mogen geen les meer geven en ook mogen joden niet meer als politieagent werken of op het stadhuis werken.
Dit is nog maar het begin. Er volgen steeds meer maatregelen tegen de joodse bevolking.