Joods Lyceum Fischerstraat 133-
In 1942 wordt er een nieuwe verordening ingevoerd. Alle joden vanaf 6 jaar moeten een ster dragen op hun kleren. De ster moet op de kleren genaaid worden en moet duidelijk zichtbaar zijn. De mensen die in de Fisherstraat wonen zien ineens dat alle leerlingen en leraren en personeel die de school binnengaan zo’n ster dragen. Vanaf dat moment zijn joodse mensen op straat gekenmerkt. Iedereen herkent ze als joods.
Toen de deportaties begonnen, schrompelden de klassen in en werden sommige klassen samengevoegd, totdat de hele school zelf oploste in het niets. De vriendjes, vriendinnetjes en onderwijzers verdwenen één voor één uit de klas. Je kunt je voorstellen dat de angst voor "wie zal de volgende zijn" groot was.
In het centrum in de Paviljoensgracht hangt een plaquette aan de muur ter nagedachtenis aan de deportatie de Joodse Hagenaars naar Duitse concentratiekampen. Als de joodse families waren opgespoord werden ze ondergebracht in het Joodse Tehuis aan de Paviljoensgracht 27a, van daar uit werden ze gedeporteerd.