De leerlingen moeten wennen aan een nieuwe school, nieuwe leerlingen, nieuwe leraren. Ze missen hun oude school en vrienden. Veel van hen komen van ver. Wanneer de joden niet meer met de tram mogen of met de fiets moeten veel leerlingen lopen. Soms langer dan een uur en in de winter door de kou.

Eén van de leerlingen is Rolf Nihom. Hij is geboren in 1924 en woont nog maar net in Den Haag. In april 1939 is hij met zijn vader en moeder en broertje vanuit Winterswijk naar Den Haag verhuisd. Hij is 16 jaar als hij naar het Joodsch Lyceum gaat. Wat hij meemaakte in de oorlog kun je hier lezen:
het interview >>

Een andere leerling van de school is Edith van Hessen. Edith van Hessen woont in Den Haag met haar vader en moeder en twee broers. Later duikt ze onder bij een familie in Breda. Ze mag haar echte naam niet meer gebruiken. Edith overleeft de oorlog. Tijdens de oorlog schrijft ze in een dagboek. Net als dat van Anne Frank wordt dit dagboek na de oorlog ook uitgegeven als boek.

Van Sulamith Isman die in 1941 in de 5 klas van de HBS zat zijn brieven en documenten bewaard gebleven die te zien zijn in het Joods Historisch Museum.  

Bijvoorbeeld een brief uit 1942 van Sulamith aan mevrouw Van Dorsten over de evacuatie in Scheveningen en de vraag om haar poëziealbums en foto's te bewaren voor als zij weer terugkomt.

Om de brieven te bekijken ga je naar:
het Joods Historisch Museum >> en tik je de naam in van Sulamith